Deze website maakt gebruik van cookies. Geef hier aan met welke cookies je akkoord gaat.
Van topsporter naar traumachirurg: op het eerste gezicht een wereld van verschil. Toch ziet Jelle Posthuma, voormalig profwielrenner, veel overeenkomsten. Met zijn ervaring begrijpt hij als geen ander de uitdagingen waar topsporters tegenaanlopen.
Wat doet een traumachirurg?
Een traumachirurg behandelt letsels die zijn ontstaan door invloeden van buitenaf. “Denk aan een auto- of fietsongeluk, een brand, of een harde trap tijdens voetbal,” legt Jelle uit. Hij is gespecialiseerd in sportgerelateerde letsels. Van gebroken sleutelbenen bij wielrenners tot liesklachten bij voetballers. Maar ook blessures als peesontstekingen en overbelaste enkels en knieën ziet hij regelmatig. Jelle: “Wij werken nauw samen met andere specialisten, zoals orthopedisch chirurgen. Samen vormen we een medisch (top)sportteam dat sporters optimaal kan begeleiden en behandelen.”
Nederlandse wielerteam
Zelf was hij tot zijn 21e profwielrenner. Helaas eindigde zijn sportcarrière door een blessure. “Ik had al veel kennis van het menselijk lichaam. Dat inspireerde me om geneeskunde te gaan studeren. Tijdens mijn studie ontdekte ik hoe leuk ik het vind om met mijn handen te werken en direct resultaat te zien.” Na zijn studie werd Jelle door de Nederlandse wielrenbond KNWU gevraagd als arts van het nationale team bij onder meer het EK en WK wielrennen. Zo bleef hij verbonden aan de sport. Daarnaast werkt hij regelmatig als wedstrijdarts bij evenementen zoals de Tour de France voor vrouwen en de Amstel Goldrace. “Dan rijd ik in een auto achter het grote peloton en verleen ik eerste hulp bij valpartijen.”
Veel sporters kent hij nog uit zijn wielertijd, en hij begrijpt hun mentaliteit als geen ander. “Om topsporters goed te behandelen, moet je kunnen denken als zij. Een wielrenner met een gebroken sleutelbeen zit een dag na de operatie alweer op de fiets. Als dokter kun je dat afraden, maar het gebeurt toch. Dan kun je maar beter met hem meedenken en hem begeleiden naar een veilig en snel herstel.”
Hoe eerder, hoe beter
Jelle voelt zich ook verantwoordelijk voor het voorkomen van letsels. Hij noemt de snelle opkomst van fatbikes en e-bikes als voorbeeld. “Ik vind dat wij als traumachirurgen best een duidelijk standpunt mogen innemen, bijvoorbeeld door te pleiten voor een helmplicht of minimumleeftijd.” Sporters adviseert hij om verantwoord te trainen, het liefst onder begeleiding. “En blijf niet te lang rondlopen met klachten. De huisarts kan je doorverwijzen naar de sportpoli in het Flevoziekenhuis. Daar helpen we sporters snel en laagdrempelig. Hoe eerder we kunnen behandelen, hoe beter.”
Nooit uitgeleerd
Wat zijn vak zo boeiend maakt? “De ontwikkelingen staan niet stil, je bent nooit uitgeleerd. We werken nu bijvoorbeeld aan een nieuwe techniek voor het behandelen van gebroken sleutelbenen. Normaal gebruiken we daarbij één dikke plaat, maar wij onderzoeken nu een methode met twee dunnere platen. Dit blijkt drie keer zo sterk te zijn en patiënten herstellen sneller. Voor wielrenners is dit ideaal. Ze zijn sneller terug op de fiets en kunnen eerder weer meedoen aan wedstrijden.”
Zijn werk als traumachirurg is volgens Jelle soms vergelijkbaar met dat van een topsporter. “Voor elke operatie moet je topfit zijn en je tot in de puntjes voorbereiden. Tijdens de ingreep haal je alles uit de kast om het beste resultaat te bereiken. Die uitdaging, en dat je mensen kan helpen die het zo hard nodig hebben, vind ik het mooiste wat er is.”
Fijne, open werksfeer
Bij het Flevoziekenhuis heeft Jelle het enorm naar zijn zin. “Het is een echt streekziekenhuis is, midden in de stad, met een superleuke groep collega’s. Wat je doet is belangrijk, maar met wie je dat doet misschien nog wel meer. We letten hier goed op elkaar en ik ken iedereen. Dat zorgt voor een fijne, open werksfeer. Ik ga altijd met een lach naar mijn werk en kom met een lach weer thuis.”